De beginjaren van Gepi ⬤
Het verhaal van Geostick begint met Pieter (Piet) Berveling, geboren in 1896 in Amsterdam. In 1924 neemt hij een onderneming in emailleplaten over: de Gooische Emaille Platen Industrie (Gepi). Gepi, gevestigd in Bussum, produceerde onder andere nummerplaten voor bollenvelden rondom Haarlem. Voor hij deze stap zette, had Piet al enkele jaren ervaring opgedaan bij de Koninklijke Stempelfabriek Posthumus. Stempelfabriek Posthumus verhandelde reliëfetiketten en had een pers waarop imitatie lakstempels voor notarissen werden gemaakt. Dankzij zijn vader kon Piet zich inkopen bij de stempelfabriek. Het verhaal gaat dat een tumultueuze Algemene Ledenvergadering leidde tot een eind van de fabriek, waardoor Piet genoodzaakt was een nieuwe baan te zoeken. Hij vond deze bij Gepi, wat net was opgestart. Na een korte tijd neemt Piet alle aandelen over van de eigenaar.
Door sterke concurrentie met Langcat (die uitgroeide tot de grootste leverancier van emailleplaten en failliet ging in 1996) koos Piet eieren voor zijn geld. Met zijn opgedane ervaring bij Posthumus startte hij een handel in reliëfetiketten. Gepi veranderde in een kantoorboekhandel ‘Het Gooische Stempelhuis’ en drukkerij waar onder andere reliëfetiketten werden verkocht, die geïmporteerd werden uit Duitsland en Oostenrijk.
" Een Gepi etiket geeft meer cachet "
Door de invoerquota in de crisis van de jaren ’30 kreeg Gepi geen importvergunning en moest Piet noodgedwongen zelf reliëfetiketten gaan maken. Dit ging hem niet verkeerd af. Piet kreeg een compagnon de heer Speijer die voor nieuwe klanten zorgde waaronder de Bijenkorf en de HEMA. Het bedrijf verhuisde naar de binnenstad van Amsterdam, de drukkerij in een zijsteeg van het Damrak, en het kantoor boven een café aan het Damrak 44. Met een 1-kleuren Kies-en-Gerlach-reliefetikketenpers werd gestart met de productie van reliefetiketten op mat en glanzend wit papier en karton, rood leder papier (notarisetiketten) en aluminiumfolies, goud en zilver, mat en glanzend, folie en karton. Alles gegomd en ongegomd mogelijk.
Gelukkig eindigde de economische crisis en ging het bergopwaarts met Gepi. Er werden nog twee 2-kleuren persen aangeschaft en er kwam personeel in dienst. Met uiteindelijk acht werknemers op de loonlijst.
Het zelfklevende etiket
In 1939 was Gepi de eerste die met zelfklevende etiketten op de Nederlandse markt kwam. Ray Stanton Avery ontwikkelde dit revolutionaire etiket in Amerika en startte het bedrijf Avery Adhesives. De innovatieve etiketten waren voorzien van een rubberlijm waardoor ze met simpel aandrukken uit zichzelf bleven plakken (Engels: pressure sensitive labels). De etiketten werden op de relëfpersen gedrukt en geheel uitgestanst. Het splitje in het grondpapier maakte dat je de etiketten kon verwijderen. Door het uitbreken van de oorlog was deze productie echter maar van korte duur.
Oorlogstijd
Het uitbreken van de oorlog in 1940 was een nieuwe uitdaging voor Piet en Gepi. Gelukkig kon ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in de drukkerij (zover dat mogelijk was) met de steeds schaarsere grondstoffen doorgewerkt worden. In die tijd verschenen er in de Amsterdamse kelders veel parfumfabriekjes. Voor al die parfums waren mooie etiketten nodig: reliëfetiketten van Gepi die ook nog met schaduw gespoten werden. Dit zorgde voor nog een beetje luxe in de donkere oorlogsdagen. In het laatste jaar van de oorlog moest het bedrijf gesloten worden. Samen met zijn zoon Albert reed Piet ‘s avonds van Bussum naar Amsterdam om de naamborden van de gevel te halen. Alles zodat er geen kanonnen van de machines gemaakt kon worden. Na de oorlog zocht Piet zijn drukker en vertegenwoordiger weer op. Een lening werd afgesloten en oude klanten benaderd. Al snel kwamen de eerste orders weer binnen: de NED. DRUKKERIJ VAN RELIEF-ETIKETTEN “GEPI” stond weer op de rails.
Het maken van de reliëfetiketten was een echt ambacht en vergde een hele organisatie. Het bedrijf groeide steeds verder en ontwikkelde een verscheidenheid aan etiketten. Van plaketiketten voor de voedselindustrie tot hangetiketten voor de textielindustrie, maar ook Om aan de vraag te voldoen werden steeds meer persen gekocht, inmiddels ook in drie kleuren.
Familiebedrijf
Na de oorlog voelde Gepi als één grote familie. De oudere werknemers voelde als ooms voor de jongere medewerkers, zo schreef Albert Berveling (zoon van Piet) in één van zijn stukken over het bedrijf. In de naoorlogse opbloeiperiode groeide Gepi snel en moest naar een grotere locatie gezocht worden. Deze werd gevonden op de Valckenierstraat in een oud meelpakhuis waar vroeger nog een noodhospitaal van Napoleon was geweest. Later werd ook het gebouw van de vlaggenrederij Faber – nog steeds een leverancier van Geostick – bij gehuurd. Op advies van de huisbaas werd het pakhuis van hem gekocht, omdat er geruchten waren dat de gebouwen in deze buurt (het Roeterseiland) onteigend zouden worden om plaats te maken voor nieuwe gebouwen voor de Universiteit van Amsterdam.
In 1951 stelt Pieter opnieuw de vraag of zoon Bert zijn vader kan komen helpen in het bedrijf, Bert is dan derde stuurman bij de koopvaardij en gek op varen. De afspraak wordt gemaakt: nog één handelsreis en daarna helpen in het bedrijf. Jan stapte in 1968 uit het bedrijf. Hij emigreerde samen met zijn vrouw en kinderen naar Australië.
Label Star Australië
Jan Berveling emigreerde in 1968 naar Australië. Om rond te komen verkocht Jan Markem machines, met succes. Het Amerikaanse moederbedrijf was zeer tevreden en vroeg Jan om lokaal in Sydney te helpen met de Markem etiketproducten. Dit zag hij niet zitten, zelf wonende in Melbourne. Enkele gesprekken later met de fabriek in kwestie leidde tot het begin van Jan zijn eigen onderneming: Label Star. Label Star startte initieel met de druk van textieletiketten, maar na enkele jaren groeide dit uit tot een etikettenfabriek. Jan bezat de gouden combinatie van het drukkersambacht en een goede verkoper. Het bedrijf liep daardoor goed en groeide steeds verder. Het was hard werken voor Jan en helaas moest hij door ouderdom de onderneming verkopen. Niet lang na de overname is Label Star failliet gegaan.
De grondlegger van Gepi overlijdt in 1971 op 74-jarige leeftijd op familiebezoek bij zoon Jan in Australië. Zoon Albert stond er vanaf dat moment alleen voor in Nederland en legde de basis voor Geostick zoals wij dat nu kennen. Zijn verhaal lees je hier.